Ondernemingskamer ziet geen aanleiding voor maatregelen bij DeSeizoenen

Op 24 januari 2020 heeft de Ondernemingskamer uitspraak gedaan in de enquêteprocedure die door de Centrale Cliëntenraad van DeSeizoenen is gestart. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor het treffen van maatregelen bij zorgorganisatie DeSeizoenen. Hiermee heeft zij de verzoeken van de Centrale Cliëntenraad voor onder andere het terugdraaien van besluitvorming in het verleden en wijziging van de samenstelling van de directie en raad van commissarissen afgewezen. Eerder oordeelde de Ondernemingskamer al dat er bij DeSeizoenen geen reden voor twijfel aan huidige beleid is. DeSeizoenen benadrukt dat de kwaliteit van de zorg voor haar cliënten op geen moment in het geding is geweest.

Wel heeft de Ondernemingskamer voor een beperkte, afgesloten periode in het verleden (januari 2012 tot 25 februari 2014) geoordeeld dat de governance en besluitvorming van DeSeizoenen blijk geven van wanbeleid, gezien de verwevenheid van functies. De Ondernemingskamer constateert tegelijk – en zo oordeelde ook de onderzoeker die eerder onderzoek deed naar de vastgoedconstructie – dat DeSeizoenen na de hiervoor genoemde periode meerdere stappen heeft gezet om deze verwevenheid op te heffen. Ook heeft DeSeizoenen de aanbevelingen van prof. Houwen opgevolgd om haar governance te verbeteren in statuten en reglementen. Mede gelet hierop vindt de Ondernemingskamer het treffen van voorzieningen niet nodig. Daarbij weegt de Ondernemingskamer ook mee dat verdere onrust en onzekerheid niet in het belang zijn van DeSeizoenen.

DeSeizoenen hoopt dat met deze uitspraak een onrustige periode eindigt, zodat zij zich weer volledig kan richten op haar belangrijkste taak: het borgen en verder ontwikkelen van de antroposofische zorg voor de cliënten.

Wilt u de volledige uitspraak van de Ondernemingskamer lezen? Volg dan deze link.